Spaans voetbal jargon is over de hele wereld bekend vanwege de kracht en het enthousiasme waarmee het wordt uitgesproken.
Het voetbal, of “voetbal” zoals het in Nederland wordt genoemd, is een populaire sport in Spanje. Het land heeft een rijke voetbalgeschiedenis en staat bekend om zijn passie voor het spel. Spaanse voetbaltermen zijn essentieel om de sport en de tactieken die teams gebruiken, te begrijpen. Hier zijn enkele veelvoorkomende Spaanse voetbaltermen:

  1. Gol (Goal): Het doelpunt, wanneer de bal de doellijn passeert en een punt wordt gescoord.
  2. Partido (Wedstrijd): Een voetbalwedstrijd tussen twee teams.
  3. Portero (Doelman): De speler die het doel verdedigt en de bal probeert tegen te houden om doelpunten te voorkomen.
  4. Defensa (Verdediging): De verdedigende spelers die proberen te voorkomen dat de tegenstander scoort.
  5. Delantero (Aanvaller): De aanvallende speler die probeert doelpunten te scoren.
  6. Pase (Pass): Het overspelen van de bal naar een medespeler.
  7. Driblar (Dribbelen): Het behendig manoeuvreren met de bal langs tegenstanders.
  8. Tiro (Schot): Een schot op doel om te proberen een doelpunt te scoren.
  9. Fuera de juego (Buitenspel): Een situatie waarin een aanvallende speler zich dichter bij de doellijn van de tegenstander bevindt dan de bal en de voorlaatste verdediger op het moment dat de bal naar hem wordt gespeeld.
  10. Tarjeta amarilla (Gele kaart): Een waarschuwing voor een overtreding. Bij twee gele kaarten volgt een rode kaart.
  11. Tarjeta roja (Rode kaart): Een directe uitzetting van het veld vanwege een ernstige overtreding of herhaaldelijk wangedrag.
  12. Falta (Overtreding): Een inbreuk op de regels van het spel, die resulteert in een vrije trap voor het benadeelde team.
  13. Penalti (Penalty): Een strafschop die wordt gegeven aan een team na een ernstige overtreding in het strafschopgebied van de tegenstander.
  14. Saque de esquina (Hoekschop): Een vrije trap vanaf de hoek van het speelveld, genomen door het aanvallende team.
  15. Córner (Corner): Een hoekschop in het Nederlands.

Deze voetbaltermen zijn slechts een greep uit het uitgebreide jargon dat in het Spaanse voetbal wordt gebruikt. Of je nu een fan bent die graag naar La Liga kijkt of zelf actief bent in een lokale voetbalclub, het begrijpen van deze termen zal je zeker helpen om meer van het spel te genieten en de tactieken van de teams beter te begrijpen. Veel plezier met het volgen van het Spaanse voetbal!

Hieronder vind je een aantal van de meest voorkomende Spaanse voetbaltermen en hun betekenis.

  1. Gol: Doelpunt. Het belangrijkste moment van een voetbalwedstrijd.
  2. Partido: Wedstrijd. Dit woord kan worden gebruikt om te verwijzen naar zowel een enkele wedstrijd als naar een hele competitie.
  3. Portero: Doelman. De speler die het doel verdedigt.
  4. Delantero: Aanvaller. De speler die verantwoordelijk is voor het scoren van doelpunten.
  5. Defensa: Verdediger. De speler die verantwoordelijk is voor het voorkomen van doelpunten.
  6. Centrocampista: Middenvelder. De speler die zich in het midden van het veld bevindt en betrokken is bij zowel de aanval als de verdediging.
  7. Penalti: Strafschop. Een vrije trap die wordt toegekend aan het team dat wordt bestraft als gevolg van een overtreding in het strafschopgebied.
  8. Tarjeta amarilla: Gele kaart. Een waarschuwing die wordt gegeven aan een speler voor een overtreding.
  9. Tarjeta roja: Rode kaart. Een speler wordt uit het veld gestuurd voor een ernstige overtreding.
  10. Fuera de juego: Buitenspel. Een overtreding waarbij de aanvaller zich voorbij de verdediging bevindt op het moment dat de bal naar voren wordt gespeeld.

Met deze termen in je achterhoofd, kun je gemakkelijker genieten van een Spaanse voetbalwedstrijd en begrijpen wat er op het veld gebeurt. Veel plezier met kijken!

Maar ook deze Spaanse voetbaltermen

¡Qué gol tan bueno!
Een goal? Was hij mooi? Gebruik dan deze uitdrukking om te laten zien dat jij de goal gaaf vond!

¡Qué estupendo jugador!
Is jouw favoriete speler in beeld?
Of gaf hij een perfecte paas naar een teamgenoot?
Gebruik dan deze uitdrukking om te zeggen dat je hem zo’n goede speler vindt!

Metieron el autobús en la portería
Met deze zin kun je uitdrukken dat een voetbalteam bijna de hele wedstrijd aan het verdedigen was. Het is aan jou te bepalen of dit positief of negatief is…

La mejor defensa es un buen ataque
Dit betekent: “De beste verdediging is een goede aanval”… Eens of oneens?

Es un partido a cara de perro
Was het een lange en moeilijke wedstrijd? Dan was het echt wel een “partido a cara de perro”.

Chupar banquillo
Wanneer een speler de wedstrijd moet uitzitten op de bank gebruik je “chupar banquillo”.

Correr como pollo sin cabeza
Deze uitdrukking hebben we in het Nederlands ook: Hij rent als een kip zonder kop over het veld!

Pichichi
Een pichichi is de topscorer. Wie wordt de pichichi van de Europese Kampioenschappen komend kampioenschap denk je?

Hemos ganado sin bajar del autobus
Heeft jouw favoriete team makkelijk gewonnen?
Dan kun je deze uitdrukking gebruiken om te vertellen dat het een eitje was.
“We wonnen zonder de bus te verlaten…”

Ese pelotazo le va durar todas las vacaciones
Oh nee… Miste hij nu echt die laatste penalty? “

Ese pelotazo le va durar todas las vacaciones”.
Dit betekend dat het schot ‘heel veel schade heeft aangericht’ en de mensen niet snel zullen vergeten.

Vamos a echarle huevos
Het fluitje klinkt… De wedstrijd is begonnen!

“Vamos a echarle huevos!”
Deze uitdrukking wordt gebruikt om je team aan te moedigen. Hup, ga ervoor!
We gaan ze een poepie laten ruiken…


Voetbalspullen