Italiaanse voetbaltermen

Als we denken aan voetbal, is Italië misschien niet het eerste land dat bij ons opkomt, maar het heeft wel een rijke voetbalgeschiedenis en een prachtige taal om het te beschrijven. Hier zijn enkele Italiaanse voetbaltermen die je misschien wel kent:

  1. Calcio: Dit is de Italiaanse term voor voetbal. Het betekent letterlijk “schoppen” en verwijst naar het feit dat voetbal een sport is waarbij spelers de bal met hun voeten schoppen.
  2. Gol: Dit is de Italiaanse term voor doelpunt. Het wordt vaak luidkeels geroepen door supporters wanneer hun team scoort.
  3. Fischio: Dit betekent fluitsignaal. Scheidsrechters fluiten om het begin van de wedstrijd aan te kondigen, voor een overtreding of voor het einde van de wedstrijd.
  4. Tifoso: Dit is de Italiaanse term voor een fan of supporter. Het is afgeleid van het werkwoord “tifare”, wat betekent aanmoedigen.
  5. Rigore: Dit is de Italiaanse term voor penalty. Het wordt gegeven wanneer er een overtreding plaatsvindt in het strafschopgebied.
  6. Allenatore: Dit is de Italiaanse term voor coach. De allenatore is verantwoordelijk voor het tactische plan en het motiveren van de spelers.
  7. Maglia: Dit betekent shirt of tenue. Het is de outfit die spelers dragen tijdens een wedstrijd.
  8. Derby: Dit is de Italiaanse term voor een wedstrijd tussen twee rivaliserende teams uit dezelfde stad. Bijvoorbeeld de Milan Derby tussen AC Milan en Internazionale of de Rome Derby tussen AS Roma en Lazio.
  9. Forza: Dit betekent kracht. Het is een veelgehoorde term onder supporters en wordt gebruikt als aanmoediging voor hun team.
  10. Fuorigioco: Dit is de Italiaanse term voor buitenspel. Het wordt gegeven wanneer een aanvaller zich bevindt in een offside positie op het moment dat de bal wordt gespeeld.

Hopelijk heb je wat geleerd over Italiaanse voetbaltermen!

 

Andere Italiaanse voetbaltermen zijn:

ALGEMEEN

Serie A
Eredivisie

Scudetto
Schildje bij veroveren van titel

Teppista
Voetbalhooligan

Tifoso
Supporter

Stadio
Stadion

Palla
Voet(bal)

Porta
Het doel

Difesa
Verdediging

Attaccare
Aanvallen

DE HOOFDPERSONEN

Arbitro
Scheidsrechter

Allenatore
Coach

Portiere
Doelman

Difensore
Verdediger

Centrista
Middenvelder

Attaccante
Aanvaller

Panchina
De bank (met reservespelers)

DE WEDSTRIJD

Scendere in campo
Het veld opkomen

Fischio d’inizio
Beginsignaal

Primo tempo
Eerste helft

Secondo tempo
Tweede helft

Cartellino giallo
Gele kaart

Cartellino rosso
Rode kaart

(Calcio di) Rigore
Strafschop

Calcio d’angolo
Hoekschop

Calcio di punizione
Vrije trap

Gooooooooool
Doelpunt….

Autogol
Eigen doelpunt

Fuorigioco
Buitenspel

Fare un dribbling
Dribbelen

Rasoterra
Hard schot vlak over de grond

Palla a candela
Heel steil omhoog geschoten bal

Palla lunga e pedalare
Lange trap vooruit en erachteraan

Prendere in contropiede
De bal veroveren

Duello
Duel

Infortunio
Blessure

Tempo supplementario
Tijd erbij trekken

Tempo pieno
Einde wedstrijd

Vinto
Gewonnen

Pari
Gelijkspel

Perso
Verloren