Voetbal term
Franse voetbal termen

Voetbal is de nationale sport van Frankrijk en heeft een rijke geschiedenis en cultuur. Hieronder vindt u enkele veelgebruikte Franse voetbaltermen en hun betekenis:
- But – Doelpunt Het Franse woord voor doelpunt is “but”. Het is de belangrijkste prestatie in het voetbal en wordt gevierd door fans en spelers.
- Gardien de but – Doelman De doelman in het Frans wordt “gardien de but” genoemd. Dit is de speler die verantwoordelijk is voor het beschermen van het doel en het voorkomen van doelpunten.
- Carton jaune/rouge – Gele/Rode kaart De “carton jaune” is de gele kaart en de “carton rouge” is de rode kaart. Deze worden uitgereikt door de scheidsrechter als een speler een overtreding begaat.
- Hors-jeu – Buitenspel “Buitenspel” wordt in het Frans “hors-jeu” genoemd. Dit is een situatie waarin een speler zich bevindt wanneer hij de bal ontvangt en zich dichter bij het doel bevindt dan de bal en de voorlaatste verdediger.
- Coup franc – Vrije trap Een “vrije trap” wordt in het Frans een “coup franc” genoemd. Dit is een situatie waarin een team een vrije trap krijgt omdat de tegenstander een overtreding heeft begaan.
- Corner – Hoekschop Een “hoekschop” wordt in het Frans een “corner” genoemd. Dit is een situatie waarin de bal over de achterlijn gaat nadat deze is aangeraakt door een verdediger van het andere team.
- Penalty – Strafschop Een “strafschop” wordt in het Frans een “penalty” genoemd. Dit is een situatie waarin een team een vrije trap krijgt vanaf de penaltystip omdat de tegenstander een overtreding heeft begaan in het strafschopgebied.
- Tireur de penalty – Strafschopnemer De speler die de strafschop neemt, wordt in het Frans de “tireur de penalty” genoemd. Dit is meestal een van de beste schutters in het team.
Dit waren enkele veelvoorkomende Franse voetbaltermen. Hopelijk heeft deze tekst u geholpen om uw kennis van het Franse voetbal te verbeteren.
De volgende Franse voetbaltermen moet je ook absoluut kennen, en Français:
Millieu – middenveld
Attaquant– aanvaller
Défenseur– verdediger
Capitaine– aanvoerder
Arbitre – scheidsrechter
Tirs au but – strafschoppenserie
Prolongation – verlenging
Corner – hoekschop
Zing mee met de Franse fans:
“Allez les Bleus, Allez les Bleus!” (vertaling: “Gáán, les Bleus, gáán, les Bleus!”) – dit is de allerbekendste Franse aanmoedigingskreet.
“Qui ne saute n’est pas français” (vertaling: “En wie niet springt, die is niet Frans”) – hoewel de exacte tekst per stad kan verschillen, is deze kreet een Franse klassieker.
“Aux armes, nous sommes les Français” (“Ga naar je wapens, wij zijn de Fransen!”) – dit is een typische aanmoedigingskreet met een vleugje strijd.

“I will survive” – jawel: de superhit van Gloria Gaynor is in 1998 gebombardeerd tot Frankrijks overwinningslied en sindsdien nooit meer uit beeld verdwenen.
7. Feestvieren op Les Champs Elysées
Als een van de topfavorieten gaat Frankrijk helemaal los met het regelen van gigantische schermen en het organiseren van wedstrijdfeestjes. Toch begint het feest pas écht als Frankrijk de finale haalt of het toernooi wint, zoals in 1998 en 2000. Les Champs Elysées, de beroemdste straat van Frankrijk, stroomt dan vol met duizenden supervrolijke fans die tot in de vroege uurtjes zingen, feesten en champagne drinken.
Engelse voetbal termen
Voetbal is de meest populaire sport in het Verenigd Koninkrijk en heeft zijn eigen unieke terminologie die je misschien niet begrijpt als je geen native speaker bent.
Het geboorteland van het voetbal heeft ons niet alleen deze prachtige sport gebracht, maar ook een hele reeks bijbehorende woorden en uitdrukkingen – een soort voetbalwoordenboek – die je moet kennen om te kunnen genieten van het spel.
Hier is onze complete lijst van alle Engelse voetbaltermen die je moet kennen:
All ball
Dat wordt gezegd als een speler probeert de bal af te pakken, maar alleen de bal raakt in plaats van de medespeler.
Back of the net
Een favoriete term van commentatoren om te beschrijven hoe de bal de lijn over gaat en het net kust, oftewel: er een doelpunt wordt gemaakt.
Ball-to-hand
De bewering dat het contact tussen de hand en de bal per ongeluk plaatsvond, en daardoor niet zou moeten resulteren in een vrije trap.
Bicycle kick
De beweging van een voetballer die omhoog springt, beide voeten in de lucht gooit en een ‘fietsende’ beweging maakt om de bal in de tegenovergestelde richting van de kijkrichting te schoppen. Dit staat ook wel bekend als de overhead kick.
Boot it
Een instructie die teamgenoten geven aan een speler die de bal met volle kracht weg moet schoppen, om er maar vanaf te zijn.
Box-to-box player
Een voetballer die succesvol aan beide kanten van het veld uit de voeten kan, dus zowel verdedigend als aanvallend kan spelen. Denk aan Radja Nainggolan, Yaya Touré en Patrick Vieira.
Brace
Een woord dat je gebruikt als iemand twee goals in één wedstrijd maakt. “Scoring a brace” is de manier waarop je die uitdrukking dan in een zin gebruikt.
Chip shot
Een trap vanaf de onderkant van de bal om die de hoogte in te sturen om vervolgens over de tegenstander heen te gaan. Denk maar aan Lionel Messi.
Class act
Het werk van een speler of coach die het verdient om geprezen te worden, met name vanwege zijn of haar houding en manieren buiten het veld.
Clean sheet
De onderscheiding die een ploeg of keeper verdient als er de hele wedstrijd geen tegendoelpunt is geweest.
Cleats
De plastic of metalen noppen onder voetbalschoenen. Deze term wordt ook gebruikt voor de kicksen zelf.
Clinical finish
Een uitstekend schot dat tot een doelpunt leidt. De maker van deze goal wordt de clinical finisher genoemd. Denk aan Ruud van Nistelrooy, Harry Kane en Ronaldo Luís Nazário de Lima.
Cracker
Een adembenemende voetbalwedstrijd of een buitengewoon doelpunt, met name van lange afstand.
Dive
De overdreven vallende beweging van een speler om de scheidsrechter te misleiden, zodat er gefloten wordt (in het voordeel van hem/haar en diens team).
Dummy run
Een sprintje van een aanvallende voetballer die niet aan de bal is, om ruimte te creëren voor de teamgenoot die wél de bal heeft. Dit wordt gebruikt om tegenstanders op het verkeerde been te zetten door te doen alsof de speler naar de bal beweegt.
Feint / Flip Flap
Het dribbelen met de bal in richting A direct nadat er zogenaamd in richting B werd gedribbeld, met een schijnbeweging. Dit staat ook wel bekend als de snakebite, omdat het lijkt op de behendige aanval van een slang op zijn prooi.
First-time ball
De bal in één enkele beweging passen naar een teamgenoot.
Flick-on
Een beging waarbij een aanvallende voetballer de bal met de voet of het hoofd raakt als die voorbij komt, zonder de bal eerst onder controle te krijgen.
Game of two halves
Een cliché dat commentatoren gebruiken voor een wedstrijd met grote verschillen tussen beide helften, in zowel spelverloop als score.
Hairdryer treatment
De felle uitbranders die spelers krijgen van hun coach, meestal in de kleedkamer. Dit werd populair dankzij de voormalige Manchester United-trainer Alex Ferguson.
Hard man
Een speler die berucht is om een harde, fysiek en assertieve voetbalstijl. Denk aan Roy Keane, Gennaro Gattuso en Graeme Souness.
Hoof
Doelloos de bal met veel kracht richting het doel van de tegenpartij trappen.
Hospital ball
Een onzinnige pass richting twee spelers van verschillende ploegen vlak bij elkaar, die tot ongelukken zou kunnen leiden.
Howler
Een onverklaarbare fout van een voetballer die meestal duur uitpakt.
Hug the line
De instructie die vleugelspelers krijgen om dichter bij de zijlijnen te blijven, met name wanneer ze vooruit dribbelen.
In his/her pocket
Dit verwijst naar een voetballer die een speler van de tegenpartij domineert.
Line-o
Een van de bijnamen van de assistent-scheidsrechters die aan de zijlijn werken.
Lost the dressing room
Een uitdrukking voor een situatie waarin de coach de controle over zijn spelers en hun respect kwijt is.
Man on
De harde roep om een teamgenoot te laten weten dat er een tegenstander aankomt of dat die al gevaarlijk dichtbij is.
Midfield anchor
Een betrouwbare, verdedigende middenvelder wiens belangrijkste doel is om dicht bij de verdediging te blijven om aanvallen van de tegenpartij in de kiem te smoren. Denk maar aan Daniele De Rossi, Michael Essien en N’Golo Kanté.
Minnows
Een klein elftal uit een lagere divisie met beperkte middelen.
Nutmeg
De bal door de benen van een opponent spelen.
Off the line
Voorkomen dat de bal over de zij- of achterlijn gaat: clearing the ball.
On paper
Een uitleg van hoe een pot in theorie zou kunnen verlopen, waarbij het scenario gebaseerd is op eerdere statistieken en omstandigheden.
Park the bus
Enorm verdedigend spelen om maar geen enkel tegendoelpunt te hoeven incasseren. Dit wordt meestal gedaan door elftallen die nipt vóór staan.
Play on
Een op mogelijk controversiële wijze afgepakte bal waarbij de scheidsrechter niet fluit, omdat hij/zij geconcludeerd heeft dat er geen reden is om de wedstrijd stil te leggen.
Pea roller
Een zwakke doelpoging die geen enkele bedreiging vormt voor het verdedigende elftal.
Poacher / Fox in the box
Een sluwe en vaardige spits die extreem gevaarlijk is in het zestienmetergebied. Denk aan Andy Cole, Miroslav Klose en Mario Jardel.
Hier zijn nog meer veelvoorkomende Engelse voetbaltermen die je zou kunnen tegenkomen tijdens het kijken van wedstrijden:
- Doelpunt – Dit is het belangrijkste doel van voetbal; om de bal in het doel van de tegenstander te scoren. Wanneer dit gebeurt, juichen supporters “goal!”.
- Strafschop – Dit is een penalty die wordt gegeven wanneer een speler van het andere team een overtreding maakt binnen het strafschopgebied. De strafschop wordt genomen vanaf de penaltystip.
- Vrije trap – Dit is een kick die wordt toegekend aan een team wanneer een tegenstander een overtreding maakt. Het team kan de bal vanaf de plaats van de overtreding trappen.
- Rode kaart – Dit is een kaart die door de scheidsrechter wordt gegeven aan een speler die een ernstige overtreding maakt. De speler moet het veld verlaten en kan niet worden vervangen.
- Gele kaart – Dit is een waarschuwingskaart die door de scheidsrechter wordt gegeven aan een speler die een overtreding maakt. Als een speler twee gele kaarten krijgt in één wedstrijd, wordt dit automatisch omgezet in een rode kaart.
- Schwalbe – Dit is een term die wordt gebruikt om te beschrijven wanneer een speler doet alsof hij is gevallen of geblesseerd is om een vrije trap of strafschop te krijgen. Dit wordt vaak beschouwd als valsspelen en kan leiden tot een gele kaart.
- Blessuretijd – Dit is extra tijd die aan het einde van de wedstrijd wordt toegevoegd om te compenseren voor eventuele onderbrekingen tijdens de wedstrijd, zoals blessures of tijdverspilling.
- Derby – Dit is een wedstrijd tussen twee rivaliserende teams uit dezelfde stad of regio.
- Supporters – Dit zijn de fans van een team die naar wedstrijden gaan om hun team aan te moedigen. Supporters kunnen vaak worden geïdentificeerd aan de hand van de kleuren van hun team.
- Trainer – Dit is de persoon die verantwoordelijk is voor het leiden en trainen van een voetbalteam. De trainer maakt de beslissingen over welke spelers in het team spelen en welke tactiek er wordt gebruikt tijdens de wedstrijd.
Hopelijk helpen deze voetbaltermen je om beter te begrijpen wat er gebeurt tijdens een Engelse voetbalwedstrijd!
Het geboorteland van het voetbal heeft ons niet alleen deze prachtige sport gebracht, maar ook een hele reeks bijbehorende woorden en uitdrukkingen – een soort voetbalwoordenboek – die je moet kennen om te kunnen genieten van het spel.
Hier is onze complete lijst van alle Engelse voetbaltermen die je moet kennen:
All ball
Dat wordt gezegd als een speler probeert de bal af te pakken, maar alleen de bal raakt in plaats van de medespeler.
Back of the net
Een favoriete term van commentatoren om te beschrijven hoe de bal de lijn over gaat en het net kust, oftewel: er een doelpunt wordt gemaakt.
Ball-to-hand
De bewering dat het contact tussen de hand en de bal per ongeluk plaatsvond, en daardoor niet zou moeten resulteren in een vrije trap.
Bicycle kick
De beweging van een voetballer die omhoog springt, beide voeten in de lucht gooit en een ‘fietsende’ beweging maakt om de bal in de tegenovergestelde richting van de kijkrichting te schoppen. Dit staat ook wel bekend als de overhead kick.
Boot it
Een instructie die teamgenoten geven aan een speler die de bal met volle kracht weg moet schoppen, om er maar vanaf te zijn.
Box-to-box player
Een voetballer die succesvol aan beide kanten van het veld uit de voeten kan, dus zowel verdedigend als aanvallend kan spelen. Denk aan Radja Nainggolan, Yaya Touré en Patrick Vieira.
Brace
Een woord dat je gebruikt als iemand twee goals in één wedstrijd maakt. “Scoring a brace” is de manier waarop je die uitdrukking dan in een zin gebruikt.
Chip shot
Een trap vanaf de onderkant van de bal om die de hoogte in te sturen om vervolgens over de tegenstander heen te gaan. Denk maar aan Lionel Messi.
Class act
Het werk van een speler of coach die het verdient om geprezen te worden, met name vanwege zijn of haar houding en manieren buiten het veld.
Clean sheet
De onderscheiding die een ploeg of keeper verdient als er de hele wedstrijd geen tegendoelpunt is geweest.
Cleats
De plastic of metalen noppen onder voetbalschoenen. Deze term wordt ook gebruikt voor de kicksen zelf.
Clinical finish
Een uitstekend schot dat tot een doelpunt leidt. De maker van deze goal wordt de clinical finisher genoemd. Denk aan Ruud van Nistelrooy, Harry Kane en Ronaldo Luís Nazário de Lima.
Cracker
Een adembenemende voetbalwedstrijd of een buitengewoon doelpunt, met name van lange afstand.
Dive
De overdreven vallende beweging van een speler om de scheidsrechter te misleiden, zodat er gefloten wordt (in het voordeel van hem/haar en diens team).
Dummy run
Een sprintje van een aanvallende voetballer die niet aan de bal is, om ruimte te creëren voor de teamgenoot die wél de bal heeft. Dit wordt gebruikt om tegenstanders op het verkeerde been te zetten door te doen alsof de speler naar de bal beweegt.
Feint / Flip Flap
Het dribbelen met de bal in richting A direct nadat er zogenaamd in richting B werd gedribbeld, met een schijnbeweging. Dit staat ook wel bekend als de snakebite, omdat het lijkt op de behendige aanval van een slang op zijn prooi.
First-time ball
De bal in één enkele beweging passen naar een teamgenoot.
Flick-on
Een beging waarbij een aanvallende voetballer de bal met de voet of het hoofd raakt als die voorbij komt, zonder de bal eerst onder controle te krijgen.
Game of two halves
Een cliché dat commentatoren gebruiken voor een wedstrijd met grote verschillen tussen beide helften, in zowel spelverloop als score.
Hairdryer treatment
De felle uitbranders die spelers krijgen van hun coach, meestal in de kleedkamer. Dit werd populair dankzij de voormalige Manchester United-trainer Alex Ferguson.
Hard man
Een speler die berucht is om een harde, fysiek en assertieve voetbalstijl. Denk aan Roy Keane, Gennaro Gattuso en Graeme Souness.
Hoof
Doelloos de bal met veel kracht richting het doel van de tegenpartij trappen.
Hospital ball
Een onzinnige pass richting twee spelers van verschillende ploegen vlak bij elkaar, die tot ongelukken zou kunnen leiden.
Howler
Een onverklaarbare fout van een voetballer die meestal duur uitpakt.
Hug the line
De instructie die vleugelspelers krijgen om dichter bij de zijlijnen te blijven, met name wanneer ze vooruit dribbelen.
In his/her pocket
Dit verwijst naar een voetballer die een speler van de tegenpartij domineert.
Line-o
Een van de bijnamen van de assistent-scheidsrechters die aan de zijlijn werken.
Lost the dressing room
Een uitdrukking voor een situatie waarin de coach de controle over zijn spelers en hun respect kwijt is.
Man o
De harde roep om een teamgenoot te laten weten dat er een tegenstander aankomt of dat die al gevaarlijk dichtbij is.
Midfield anchor
Een betrouwbare, verdedigende middenvelder wiens belangrijkste doel is om dicht bij de verdediging te blijven om aanvallen van de tegenpartij in de kiem te smoren. Denk maar aan Daniele De Rossi, Michael Essien en N’Golo Kanté.
Minnows
Een klein elftal uit een lagere divisie met beperkte middelen.
No look assist
Zonder te kijken een voorzet geven.
Nutmeg
De bal door de benen van een opponent spelen.
Off the line
Voorkomen dat de bal over de zij- of achterlijn gaat: clearing the ball.
On paper
Een uitleg van hoe een pot in theorie zou kunnen verlopen, waarbij het scenario gebaseerd is op eerdere statistieken en omstandigheden.
Park the bus
Enorm verdedigend spelen om maar geen enkel tegendoelpunt te hoeven incasseren. Dit wordt meestal gedaan door elftallen die nipt vóór staan.
Play on
Een op mogelijk controversiële wijze afgepakte bal waarbij de scheidsrechter niet fluit, omdat hij/zij geconcludeerd heeft dat er geen reden is om de wedstrijd stil te leggen.
Pea roller
Een zwakke doelpoging die geen enkele bedreiging vormt voor het verdedigende elftal.
Poacher / Fox in the box
Een sluwe en vaardige spits die extreem gevaarlijk is in het zestienmetergebied.
Denk aan Andy Cole, Miroslav Klose en Mario Jardel.
Put in a shift
De situatie waarin een speler doet wat ie moest doen, maar geen sterke indruk maakt en geen stempel drukt op de wedstrijd.
Row Z
De tribune-rij die het verst van het veld af is. Die wordt meestal genoemd wanneer een voetballer de bal zo hard en ver van zijn of haar beoogde doel schiet, dat die hoog het publiek in gaat. Deze uitdrukking wordt meestal gebruikt als hyperbool om te benadrukken hoe ver de bal is gekomen.
Run it off
Een instructie voor een speler met een kleine blessure om gewoon door te spelen.
Sacked
Dat betekent ontslagen. Een woord dat wordt gebruikt voor trainers die hun baan kwijtraken.
Showboat
Pronken bij de fans na een voorsprong te hebben veiliggesteld, inclusief onnodige frivole trucjes en bewegingen.
Sitter
Een schokkende misser van een aanvaller die naar verwachting simpel had kunnen scoren.
Switch play
De bal plotseling van de ene naar de andere flank bewegen, meestal door middel van een lange pass.
Target man
Een lange spits die meestal bereikt wordt met kruispasses, lange ballen en hoge schoten vanwege hun enorme lengte en talenten als afmaker. Denk aan: Zlatan Ibrahimovic, Didier Drogba en Romelu Lukaku.
Theatrical
Een bijvoeglijk naamwoord voor de neigingen van een voetballer om overdreven te reageren.
Treble
In één seizoen drie belangrijke competities winnen.
(Hit the) woodwork
De bal op de paal raken.
Duitse voetbal termen
Duitsland is een land dat bekend staat om zijn liefde voor voetbal. Duitse voetbaltermen worden vaak gebruikt in de voetbalwereld, en hier zijn enkele veelvoorkomende termen:
- Tor – Doelpunt Het Duitse woord voor doelpunt is “Tor”. Het is een term die in veel landen wordt gebruikt, maar het is vooral populair in Duitsland.
- Abseits – Buitenspel Een andere veelgebruikte term in het Duitse voetbal is “Abseits”. Dit betekent buitenspel en wordt gebruikt wanneer een speler zich in een positie bevindt waarin hij betrokken is bij het spel terwijl hij dichter bij het doel van de tegenstander staat dan de bal en de voorlaatste verdediger.
- Elfmeter – Strafschop De term “Elfmeter” verwijst naar een strafschop. Dit gebeurt wanneer een speler een overtreding begaat binnen het strafschopgebied van de tegenstander.
- Gelbe Karte – Gele kaart Een gele kaart wordt in het Duits een “Gelbe Karte” genoemd. Dit wordt gebruikt als een waarschuwing voor een speler die een overtreding heeft begaan.
- Rote Karte – Rode kaart Een rode kaart wordt in het Duits een “Rote Karte” genoemd. Dit wordt gebruikt als een speler ernstige overtredingen begaat, zoals geweld of grof spel, en wordt uit het veld gestuurd.
- Einwurf – Inworp “EInwurf” betekent inworp en wordt gebruikt wanneer de bal over de zijlijn gaat en weer in het spel moet worden gebracht.
- Eckball – Hoekschop Een hoekschop wordt in het Duits “Eckball” genoemd. Dit gebeurt wanneer de bal over de achterlijn gaat nadat hij door een verdediger is geraakt.
- Freistoß – Vrije trap Een vrije trap wordt in het Duits “Freistoß” genoemd. Dit gebeurt wanneer een overtreding wordt begaan buiten het strafschopgebied.
Deze termen worden vaak gebruikt in het Duitse voetbal en kunnen nuttig zijn voor iedereen die geïnteresseerd is in deze sport. Hopelijk heeft deze tekst u geholpen uw kennis van Duitse voetbaltermen te vergroten!

De Duitse voetbaltermen zijn:
A
Abstoβ: Doelschop
Abwehrspieler: Verdediger
Angriff: Aanval
Angriffspieler: Aanvaller
Ausscheiden: Uitschakelen
B
Bananenflanke: Effectbal
Beinschuss: Verrassend schot, op het verkeerde been gezet
Blutgrätsche: Gemene tackel
D
DFB: Duitse voetbalbond
Doppelpass: Een-tweetje
Dreierkette: Driemansverdediging
E
Eckfahne: Hoekvlag
Eckstoβ: Hoekschop
Einwurf: Inworp
Elfmeter: Penalty
F
Fallrückzieher: Omhaal
Flanke: Voorzet
Flugkopfball: Mooie kopbal
Freistoβ: Vrije schop
G
Goldenes Tor: Golden Goal
H
Heimspiel: Thuiswedstrijd
M
Mannschaft: Team. Ook bijnaam van het Duitse nationale elftal
Mittelstürmer: Centrumspits
N
Nachspielzeit: Extra tijd, blessuretijd
P
Pfostenschuss: Schot op de paal
Pokal: Beker, trofee

Q
Querlatte: Lat
Querpass: Rondspeelbal
S
Scherenschlag: Schaarbeweging
Schiri/Schiedsrichter: Scheidsrechter
Schland: Sinds het WK 2006 voetbalkoosnaam voor Duitsland
Schwalbe: Schwalbe
Strafraum: Penaltygebied
Strafstoβ: Penalty
Stürmer: Aanvaller
T
Teamgeist: Teamspirit
Tor: Doelpunt
Torhüter/Torwart: Keeper
Torpfosten: Doelpaal
V
Viererkette: Viermansverdediging
W
Wechseln: Wisselen
Maar ook deze mooie Duitse voetbaltermen:
- Abseitz: Buitenspel
- Abwehrspieler: Verdediger
- Bananenflanke: Effectbal
- Blutgrätsche: Gemene tackel
- Dreierkette: Driemansverdediging
- Eckstoβ: Hoekschop
- Fallrückzieher: Omhaal
- Freistoβ: Vrije schop
- Nachspielzeit: Extra tijd, blessuretijd
- Pfostenschuss: Schot op de paal
- Scherenschlag: Schaarbeweging
- Stürmer: Aanvaller
- Torhüter/Torwart: Keeper
- Tor: Doelpunt
- Viererkette: Viermansverdediging