Het Wereldkampioenschap Voetbal is een van de grootste sportevenementen ter wereld en trekt miljoenen fans van over de hele wereld. Het toernooi wordt om de vier jaar gehouden en brengt de beste voetbalteams ter wereld samen om te strijden om de felbegeerde titel van Wereldkampioen.

Er zijn verschillende termen die uniek zijn voor het Wereldkampioenschap Voetbal en die fans moeten kennen om het toernooi te begrijpen. Hier zijn enkele van de belangrijkste termen:

  1. Groepsfase – Het toernooi begint met een groepsfase waarin de teams in groepen worden ingedeeld en tegen elkaar spelen. De beste teams uit elke groep gaan door naar de knock-outfase.
  2. Knock-outfase – Na de groepsfase begint de knock-outfase waarin de teams één op één spelen en de verliezers worden geëlimineerd. Dit gaat door tot er slechts één team overblijft, dat de Wereldkampioen wordt genoemd.
  3. Penalty’s – Als een wedstrijd in de knock-outfase eindigt in een gelijkspel, worden er penalty’s genomen om een winnaar te bepalen. Elke speler neemt om de beurt een strafschop, en het team met de meeste doelpunten wint.
  4. Doelsaldo – Het doelsaldo is het verschil tussen het aantal doelpunten dat een team heeft gescoord en het aantal doelpunten dat het heeft geïncasseerd. Als twee teams in de groepsfase met hetzelfde aantal punten eindigen, wordt het team met het beste doelsaldo hoger gerangschikt.
  5. Gouden doelpunt – In het verleden werd de gouden doelpunt gebruikt om een wedstrijd te beslissen als deze in de verlenging eindigde. Het eerste team dat scoorde, won de wedstrijd. Deze regel is echter afgeschaft.

Het Wereldkampioenschap Voetbal is een opwindend en prestigieus toernooi dat fans van over de hele wereld samenbrengt. Door deze belangrijke termen te kennen, zul je beter in staat zijn om de actie te volgen en de prestaties van jouw favoriete teams te begrijpen.

Andere WK voetbaltermen zijn:
4-3-3-systeem, als aanvallend en “typisch Nederlands” beschouwd spelsysteem met vier verdedigers, drie middenvelders en drie aanvallers (een centrale spits en twee vleugelspelers).

afmaker, iemand die bekend staat als degene die in sportwedstrijden het werk van zijn team vaak kan afmaken met een doelpunt of een overwinning.

angstgegner, tegenstander die, door de slechte resultaten die er in het verleden tegen behaald werden, bij voorbaat hevige angst inboezemt bij een individuele sporter of een sportploeg; gevreesde tegenstander.

backlijn, ((vooral) in België) lijn op een voetbalveld die de rand van het strafschopgebied markeert; rand van het strafschopgebied; vandaar ook bij uitbreiding: het strafschopgebied zelf.

balkunstenaar, speler met een zeer goede baltechniek.

bikkelen, zich in een wedstrijd keihard inzetten; hard en meedogenloos spelen.

brilstand, eindstand van 0-0; 0-0-uitslag. Zo genoemd omdat 0-0 grafisch doet denken aan een bril met twee glazen, verbonden door een brug. Ouderen onder ons zullen bij de 0-0 onmiddellijk terugdenken aan Frits van Turenhout, destijds op zondag de presentator van de voetbal- en toto-uitslagen, die de 0-0 op onnavolgbare wijze uitsprak. Het leverde het de bijnaam Mister null-null op. In voetbalverslagen wordt de 0-0 vaak voorafgegaan door een clichématig bijvoeglijk naamwoord, namelijk bloedeloos.

buitenspel, positie waarbij een speler van de aanvallende partij op de speelhelft van de tegenstander vóór de bal staat en nog slechts één speler van de tegenpartij voor zich heeft. Het buitenspel staan hoeft alleen maar bestraft te worden als de speler actief bij het spel betrokken is.

Brullie, door de fabrikant M&M uitgebrachte, oranjegekleurde leeuwenpruik.

chocoladebeen, been van een voetballer of voetbalster dat het minst geoefend is en waarmee dus ook het slechtst geschoten kan worden; slechtste been van een voetballer of voetbalster. Bij een rechtsbenige speler of speelster het linkerbeen en bij een linksbenige speler of speelster het rechterbeen.

doellijnbewaking, bewaking van de doellijn met behulp van een doellijncamera, zodat er bij twijfel objectief vastgesteld kan worden of er gescoord is of niet; videobewaking van de doellijn.

doellijncamera, camera die ter hoogte van de doellijn is opgesteld en waarmee objectief geconstateerd kan worden of een bal over de doellijn is gegaan en of er al dan niet een doelpunt is gemaakt; camera op de doellijn die vastlegt of er is gescoord.

doelpuntloos, zonder een doelpunt of zonder doelpunten; zonder dat er een doelpunt of doelpunten gemaakt zijn.

doelwachter, ((vooral) in België) speler die bij balsporten als voetbal, hockey, handbal en waterpolo de taak heeft het doel te verdedigen; keeper; doelverdediger; doelman.

EK, Europees kampioenschap.

EK-finale, finale van een Europees kampioenschap (EK).

fopduik, het zich met opzet en vaak op theatrale wijze laten vallen zonder dat de tegenstander een overtreding begaat, met de bedoeling een vrije trap of een strafschop mee te krijgen; gesimuleerde val; schwalbe. Geïntroduceerd door sportverslaggever en voetbalcommentator Evert ten Napel als Nederlands alternatief voor het gangbare, aan het Duits ontleende schwalbe.

gelijkmaker, doelpunt waardoor de stand in een voetbalwedstrijd gelijk wordt.

geluksvogeltje, oranjegekleurd poppetje dat een lachend vogeltje voorstelt, bij aankoop van 15 euro aan boodschappen te verkrijgen bij supermarkt C1000. Ook in de vorm van een spelersvogeltje (zie aldaar).

Gijpvogel, tegen aankoop van bepaalde producten bij het Kruidvat te verkrijgen poppetje, dat een vogel in de gedaante van de populaire voetbalanalist René van der Gijp voorstelt. Als er in de Gijpvogel geknepen wordt, hoor je de aanstekelijke lach van René van der Gijp.

hamstringblessure, blessure aan de hamstring.

hangen, (gezegd van een in het doel geschoten bal) gescoord zijn; binnen de palen geschoten zijn.

interland, wedstrijd tussen teams uit twee verschillende landen. Het woord interland is veel gebruikelijker dan het woord interlandwedstrijd, waaruit het verkort is.

juicharm, oranjegekleurde hand op een stokje waaraan een juichbandje (zie aldaar) bevestigd kan worden, als EK-gadget te verkrijgen bij supermarkt Plus.

juichbandje, kleurig polsbandje dat met klittenband gesloten wordt, als EK-gadget te verkrijgen bij supermarkt Plus. De bandjes hebben de kleuren van de landen die deelnemen aan het EK.

kaats, pass die zonder de bal te stoppen meteen teruggespeeld wordt.

keeperswerk, geheel van handelingen of acties die een keeper bij balsporten als voetbal, hockey, handbal en waterpolo verricht. Vrijwel altijd voorafgegaan door een positief of negatief kwalificerend bijvoeglijk naamwoord.

kiep, (informeel) speler die de taak heeft het doel te verdedigen; keeper; doelverdediger.

knoert, keihard schot.

KNVB, Koninklijke Nederlandse Voetbalbond.

linkspoot, voetballer of voetbalster die van nature links is en met het linkerbeen het meest bedreven is; voetballer of voetbalster die van nature met links speelt; linksbenige voetballer of voetbalster.

Mannschaft, Die, (Duits, ‘Het team’) bijnaam van het Duitse nationale voetbalelftal. De Duitsers zelf noemen het nationale team gewoonlijk de Nationalelf.

materiaalmeester, ((vooral) in België) iemand die voor zijn beroep of uit liefhebberij het materiaal van een sportvereniging, sportploeg of van een andere vereniging, zoals de scouting, beheert; materiaalman.

monskey, plastic poppetje in de kleuren van een aan het EK deelnemend land, tegen aankoop van tien euro boodschappen verkrijgbaar bij supermarkt Hoogvliet.

oefenmeester, iemand die voor zijn beroep of ook wel uit liefhebberij een sportploeg of individuele sporter traint; trainer; ook: titel van oefenmeester.

Oehhh-kussen, door fabrikant Tuc uitgebracht kussen dat, zodra men voorover leunt of opstaat, het geluid Oehhh! produceert.

Oranje, bijnaam van het Nederlandse nationale voetbalelftal. Samenstellingen o.a.: Oranjeaanhang,
Oranjeaanvoerder, Oranjeartikelen, Oranjecamping, Oranjecoach, Oranjedebuut, Oranjedoelman, Oranje-elftal,
Oranjefan, Oranjegadgets, Oranjegekte, Oranjegevoel, Oranjehemden, Oranjehotel, Oranje-international,
Oranjelegioen, Oranjeploeg, Oranjepubliek, Oranjeselectie, Oranjeshirt, Oranjespeler, Oranjesupporter, Oranjeteam, Oranjetraining, Oranjevirus.Oranjebuddy, oranjegekleurd poppetje van pluche dat een deel van een liedje zingt zodra erin geknepen wordt, als EK-gadget uitgebracht door supermarkt Coop.

overstapje, 1.0 schijnbeweging waarbij een speler bewust over de bal heenstapt om deze naar een medespeler door te laten rollen, vooral toegepast door een speler als hij een voorzet bewust laat lopen om een medespeler in een gunstige scoringspositie te brengen. 1.1 schijnbeweging tijdens een dribbel waarbij een speler over de bal heen stapt en plotseling van richting verandert om zijn directe tegenstander in verwarring te brengen.

peunen, heel hard schieten.

Président, Le, (Frans, ‘De President’) bijnaam van Laurent Blanc, bondscoach en oud-international van het Franse nationale voetbalelftal.

pronostiek, 3.0 ((vooral) in België) spellen, kansspel waarbij iemand met een bepaalde inzet kan deelnemen aan de voorspelling van de uitslagen van voetbalwedstrijden; voetbalpronostiek; voetbaltoto; toto, ook: formulier waarmee men het kansspel speelt; totoformulier. 3.1 ((vooral) in België) uitslag, uitkomst, resultaten van de voetbalpronostiek.

rechtspoot, voetballer of voetbalster die van nature rechts is en met het rechterbeen het meest bedreven is; voetballer of voetbalster die van nature met rechts speelt; rechtsbenige voetballer of voetbalster.

renpaard, voetballer die het meer van zijn loopvermogen moet hebben dan van zijn techniek en spelinzicht.

reuzendoder, individuele sporter of sportploeg die er een gewoonte van maakt zeer sterke, favoriete tegenstanders te verslaan.

schwalbekoning, voetballer – meestal een aanvaller – die er een gewoonte van heeft gemaakt met een gesimuleerde val (schwalbe) vrije trappen of strafschoppen te “versieren”; voetballer die vaak schwalbes maakt; koning van de schwalbe. Ook als bijnaam gebruikt.

scorebordjournalistiek, ongenuanceerde vorm van sportjournalistiek, waarbij alleen naar de uiteindelijke (hoge) uitslag wordt gekeken en niet naar het vertoonde spel en de feitelijke krachtsverhoudingen tijdens de wedstrijd. In het Nederlands op 22 november 2003 geïntroduceerd door de Nederlandse voetbaltrainer Co Adriaanse, destijds trainer van de Alkmaarse voetbalclub AZ, tijdens een persconferentie na afloop van de wedstrijd AZ-Roda JC (uitslag 1-5).

scoreloos, ((vooral) in België) zonder score; zonder dat er een doelpunt gescoord is; doelpuntloos. Heel vaak in de combinatie scoreloos gelijkspel.

snikkelgoal, goal, doelpunt dat een voetballer onopzettelijk met zijn geslachtsdeel (snikkel) maakt. Bedacht door de Nederlandse (oud-)voetbaltrainer Foppe de Haan. Sinds de eredivisiewedstrijd FC Utrecht-Sc Heerenveen (22 oktober 2011, uitslag 1-4) in gebruik. In die ontmoeting maakte de Belg Sven Kums, in dienst van Heerenveen, met zijn geslachtsdeel een doelpunt.

spelersvogeltje, oranjegekleurd geluksvogeltje (zie aldaar) met het gezicht van een speler van het Nederlands elftal. Er zijn vijftien verschillende spelersvogeltjes, met de gezichten van Ibrahim Afellay, Mark van Bommel, John Heitinga, Klaas Jan Huntelaar, Nigel de Jong, Dirk Kuyt, Joris Mathijsen, Robin van Persie, Erik Pieters, Arjen Robben, Wesley Sneijder, Maarten Stekelenburg, Kevin Strootman, Rafael van der Vaart en Gregory van der Wiel.

spelmaker, iemand die als speler in een teamsport zoals voetbal en basketbal tijdens de wedstrijden optreedt als organisator en coördinator van het team en van het spel.

thuisfluiter, scheidsrechter die bewust in het voordeel fluit van de thuisspelende ploeg. Ook als scheldwoord gebruikt.

thuistap, apparaat om thuis bier mee te tappen, dat bestaat uit een tapsysteem en een fustje met bier, meestal een paar liter; beertender.

Trap, bijnaam van Giovanni Trapattoni, de Italiaanse bondscoach van het Ierse nationale voetbalelftal, met zijn 73 jaar verreweg de oudste bondscoach op het EK.

uitmatch, ((vooral) in België) wedstrijd die op het veld of in de sporthal van de tegenstander wordt gespeeld; uitwedstrijd.

voetbalavond, avond die men besteedt of pleegt te besteden aan het kijken naar of spelen van voetbal; avond die men doorbrengt of pleegt door te brengen met voetbal kijken of voetbal spelen.

voetbalvrouwing, een foto van jezelf nemen waarop je er zoveel mogelijk als een voetbalvrouw probeert uit te zien, meestal met een grote zonnebril op, loshangend haar en een nadrukkelijk zichtbaar decolleté. Voetbalvrouwing is nu, in EK-tijden, een echte rage. Eerder was planking een hype, een foto van jezelf nemen waarop je jezelf stijf houdt als een plank, en later ook owling, een foto van jezelf nemen waarop je als een uil op een boomtak, muurtje of hekje zit. Het woord voetbalvrouwing heeft de Engelse uitgang -ing, die ook in de woorden planking en owling opvalt, maar in tegenstelling tot die woorden is het eerste deel voetbalvrouw een Nederlandse samenstelling.

voorspelbretels, door Albert Heijn uitgebrachte, oranjegekleurde bretels, met op iedere band een verwisselbaar cijfer, zodat de uitslag van een EK-wedstrijd voorspeld kan worden. De klemtoon in deze samenstelling valt niet op voor.

voorspelhoed, door supermarkt Albert Heijn uitgebrachte, oranjegekleurde hoed, waarmee een voetbaluitslag voorspeld kan worden. Door aan op de hoed bevestigde linten te draaien kunnen twee cijfers zichtbaar gemaakt worden.

zondagsschot, schot dat normaliter geen doel zou raken, maar op gelukkige wijze toch in het doel belandt. Zo genoemd omdat zondag volgens het bijgeloof een geluksdag is.

Voetbalspullen