Voetbaltermen
U treft hier u allerlei voetbal informatie over voetbaltermen aan. Voetbalterm en voelbalinformatie zoals voetbalnieuws, voetbalcoach, voetbalschema, voetbaltraining, trainer, scheidsrechter, voetbalvrouw, topvoetballers, voetballers van de straat, succesvolle voetballers.
Wat zijn populaire Voetbaltermen?
Samenvatting
- 1Aansluitingstreffer
- 2Achilleshiel
- 3Afdrogen
- 4Angstgegner
- 5Assist
- 6Blessuretijd
- 7Buitenspel
- 8Catenaccio
- 9Counter
- 10Crosspass
- 11Derby
- 12Een-tweetje
- 13Gegenpressing
- 14Halfspaces
- 15Hattrick
- 16Knijpen
- 17Mentaliteit
- 18Muurligger
- 19Panenka
- 20Panna
- 21Publiekswissel
- 22Schwalbe
- 23Slotoffensief
- 24Stift
- 25VAR
- 26Verlenging
- 27Vleugelspelers
- 28Volley
- 29Voorstopper
01
Aansluitingstreffer
Wanneer een team met twee doelpunten achterstaat, maar vervolgens een doelpunt maakt en terugkomt in de wedstrijd. Bijvoorbeeld wanneer RB Leipzig 2-0 achterstaat, wordt de 2-1 de aansluitingstreffer genoemd.
02
Achilleshiel
Het zwaktepunt van een elftal. Dit kan een specifieke speler zijn of een hele linie. De verdediging kan bijvoorbeeld de achilleshiel van een elftal zijn.
03
Afdrogen
Een tegenstander inmaken en met ruimte cijfers verslaan.
04
Angstgegner
Een tegenstander tegen wie een team het vaak lastig heeft en waartegen vaak ongelukkig wordt verloren. Er heerst angst om in de volgende wedstrijd opnieuw tegen deze club te verliezen.
05
Assist
Een pass of voorzet waaruit een medespeler een doelpunt maakt.
06
Blessuretijd
Dit is de extra tijd die de scheidsrechter bij de negentig minuten optelt. Vaak door wissels die lang hebben geduurd, blessuregevallen of door tijdrekken van de tegenstander.
07
Buitenspel
Wanneer een aanvaller bij het moment van spelen achter de laatste veldspeler van de tegenstander staat. Een speler kan alleen buitenspel staan op de helft van de tegenstander en de keeper telt uiteraard niet mee als laatste verdediger.
08
Catenaccio
Dit is een speelstijl die zijn oorsprong in Italië kent. Het gaat hierbij om een erg verdedigende speelwijze waarbij een elftal hoopt vervolgens toe te slaan in de counter.
09
Counter
Vliegensvlug een verdedigende situatie omzetten in een tegenaanval. Doordat de tegenstander hoog op het veld staat, ligt er veel ruimte voor de voetbal counter.
10
Crosspass
Een lange bal over de breedte van het veld om het spel te verleggen. Doordat de bal in eerste instantie aan de ene kant ligt, bevinden zich daar ook de meeste spelers. Met een crosspass kun je gemakkelijk de bal naar een rustiger gedeelte van het veld verleggen. Deze schitterende pass van Hakim Ziyech tegen Bayern München is hier een perfect voorbeeld van.
11
Derby
Een voetbalwedstrijd tussen twee rivaliserende ploegen. Vaak komen de rivalen uit dezelfde stad of streek.
12
Een-tweetje
Een simpele combinatie waarbij een speler de bal naar een ploeggenoot speelt, zelf doorloopt en de bal direct weer terugkrijgt.
13
Gegenpressing
Een uit Duitsland overgewaaide term. Wanneer een elftal de bal verliest, is het idee om niet direct om te schakelen in een verdedigende organisatie, maar juist zo hoog mogelijk op het veld druk te zetten op de bal. Wanneer de bal weer wordt veroverd kan er snel een doelpunt worden gemaakt. RB Leipzig heeft de gegenpressing bijvoorbeeld goed onder de knie.
14
Halfspaces
In het moderne voetbal wordt er steeds vaker over halfspaces gesproken. Wanneer je een veld verticaal opdeelt in vijf stroken gaat het hierom de twee vlakken tussen de buitenkant en de middelste strook. Aan de buitenkant ben je eigenlijk te ver van het doel af, terwijl het in de middelste strook van het veld vaak ontzettend drukbezet is. De halfspaces worden daarom gezien als de zones waaruit het meeste gevaar kan worden gesticht.
15
Hattrick
Wanneer een speler in een wedstrijd drie doelpunten maakt. Een perfecte hattrick maakt een voetballer door drie doelpunten in een helft te scoren, zonder dat een andere speler tussendoor een treffer maakt.
16
Knijpen
Knijpen in het voetbal heeft een hele andere betekenis dan het woord in het normale leven heeft. Stel de bal bevindt zich aan de rechterkant van het veld dan kan de linkervleugelverdediger naar binnenkomen. Door naar binnen te knijpen maakt een ploeg het veld voor de tegenstander kleiner en moeilijker te bespelen.
17
Mentaliteit
Met welke instelling je het voetbal benadert. Een speler met een goede mentaliteit zal altijd hard werken en voorop in de strijd gaan.
18
Muurligger
Dit is een nieuw fenomeen in het voetbal. Bij een vrije trap bestaat er altijd een risico dat de tegenstander besluit om de bal onder de muur door te schieten. Daarom ligt er tegenwoordig vaak een speler op zijn rug achter de muur. Op deze manier kan de muur met een gerust hart springen, zonder dat het bang hoeft te zijn dat de bal onder de muur wordt doorgeschoten.
19
Panenka
Een penalty waarbij de nemer de bal recht door het midden stift. Hierbij hoopt de penaltynemer dat de keeper een hoek kiest. De Panenka is vernoemd naar Antonín Panenka, die met deze techniek de winnende penalty maakte tegen West-Duitsland tijdens het EK van 1976.
20
Panna
Wanneer een voetballer de bal bij zijn tegenstander door zijn benen speelt. De belangrijkste voorwaarde hierbij is dat de speler na de beweging de bal in bezit houdt.
21
Publiekswissel
Wanneer een speler zodanig goed gespeeld heeft dat zijn trainer hem wil belonen met een applaus van het publiek. Vaak gebeurt dit vlak voor tijd, wanneer de winst een ploeg niet meer kan ontglippen.
22
Schwalbe
Wanneer een speler net doet alsof er een overtreding op hem wordt gemaakt. Op die manier hoopt een voetballer een vrije trap of strafschop te versieren. Wanneer de scheidsrechter doorheeft dat een speler acteert om het spel te beïnvloeden, mag hij dit bestraffen met een gele kaart.
23
Slotoffensief
Zeer aanvallend spel in de slotfase van de wedstrijd om zo alsnog een goed resultaat op het scorebord te zetten. Op deze manier hoopt een ploeg door vol druk te zetten alsnog een gelijkspel of een overwinning uit het vuur te slepen.
24
Stift
Wanneer een bal met een boogje over de keeper wordt geschoten. De bal wordt vaak aan de onderkant getrapt, waardoor de bal hoogte krijgt. Legende Johan Cruijff maakte hier vaak gebruik van.
25
VAR
Dit is de Engelse afkorting voor de Video Assistant Referee. De videoscheidsrechter is ervoor bedoeld om cruciale fouten van de scheidsrechter te herstellen. Wanneer een arbiter bijvoorbeeld een cruciale handsbal in het zestienmetergebied over het hoofd ziet, kan de VAR ingrijpen. In de Champions League kan zo’n beslissing vaak om miljoenen euro’s gaan, dus de VAR is in het leven geroepen om het voetbal eerlijker te maken.
26
Verlenging
Wanneer er een winnaar uit de wedstrijd moet komen, zoals in de knock-out-fase van de Champions League, komt er vaak nog een half uur extra speeltijd bovenop de oorspronkelijke negentig minuten. Wanneer er dan nog steeds geen winnaar is, volgt er na 120 minuten een penaltyserie.
27
Vleugelspelers
De aanvallers die aan de buitenkant van het veld staan. Zij geven vaak een voorzet op de diepe spits.
28
Volley
De bal in één keer uit de lucht schieten, zonder dat de bal de grond heeft geraakt. Robin van Persie laat even zien hoe een volley er in de praktijk uitziet.
29
Voorstopper
Een van de centrale verdedigers die tegenover de spits van de tegenstander staat. De taak van de voorstopper is om de spits van scoren af te houden.
Voetbal is een van de meest populaire sporten ter wereld en het is geen verrassing dat er veel termen en jargon zijn die bij deze sport horen. Hieronder vind je een aantal van de meest voorkomende voetbaltermen in het Nederlands.
In het overzicht van voetbaltermen.nl vind je een lijst met begrippen en voetbaltermen die binnen en buiten het veld worden gebruikt. Klik op een begrip via de blauw link om de definities en uitleg bij een begrip te lezen. Begrippen van assist, buitenspel tot VAR alles komt hier voorbij. Technische en moeilijke termen met uitleg om een beter beeld te krijgen zie je hieronder ook.
Wat zijn populaire Voetbaltermen?
- 3de voetbalshirt
- Achterhoede | verdedigers of defensie en staan tussen de keeper en het middenveld
- Aangeschoten hands | expres de bal met de hand raken maar is een onzin regel
- Aannemen
- Aansluitingstreffer | Bij 2-0 achter wordt de 2-1 gescoord
- Aanvoerder
- Aanvoerdersband
- Afdrogen
- Appelleren | Hand opsteken wanneer de scheids iets niet ziet
- Applauswissel | Wanneer een speler sterk heeft gespeeld, cultheld of doelpuntenmaker wordt gewisseld
- Assist
- Ballennet
- Balpomp
- Bescherming
- Blessuretijd
- Buitenspel
- Corner
- Cornervlag
- Counter
- Degraderen
- Derby
- Doel
- Eén-tweetje
- FG = Firm Ground
- Gele kaart
- Goal
- Gogme : spelintelligentie, spelwijsheid, wijsheid
- Hattrick
- Hesjes
- IN = Indoor
- Inworp
- Keeper
- Keepershandschoenen
- Koppen
- Kruising
- Kunstgras (Artificial ground)
- Overtreding
- Panna
- Penalty (zie strafschop) strafmaatregel vanaf 11 meter
- Rode kaart
- Rouwbanden
- Scheenbeschermers
- Scheidsspray
- Schwalbe
- Seizoensstart
- SG = Soft ground
- Slidingbroekjes
- Sokkentape
- Strafschop
- Thuisshirt
- Trainingspakken
- Uitshirt
- VAR Video Assistant Referee | Videoscheidsrechter
- Voetbal
- Voetballen
- Voetbaldoel
- Voetbalkousen
- Voetbalschoen
- Voetbalshirt
- Voetbalshort
- Vrije trape
Zie onderstaand voor ook een lijst met andere voetbaltermen.
In onderstaand overzicht van voetbaltermen.nl vind je een lijst met begrippen en voetbaltermen die binnen en buiten het veld worden gebruikt. Klik op een begrip via de blauw link om de definities en uitleg bij een begrip te lezen. Begrippen van assist, buitenspel tot VAR alles komt hier voorbij. Technische en moeilijke termen met uitleg om een beter beeld te krijgen zie je hieronder ook.
Voetbal, ook wel bekend als ’s werelds meest geliefde sport, heeft een enorme aanhang over de hele wereld. Het is een spel dat grenzen overstijgt en mensen van alle leeftijden en achtergronden samenbrengt. Of het nu op straat, in een stadion of op een voetbalveld wordt gespeeld, voetbal blijft de harten van mensen veroveren.
In Nederland is voetbal een ongelooflijk populaire sport. Het wordt gespeeld op verschillende niveaus, van amateurclubs tot professionele competities. Eredivisie, de hoogste voetbalcompetitie in Nederland, trekt veel aandacht van fans en media. Teams zoals Ajax, Feyenoord en PSV Eindhoven hebben een rijke geschiedenis en een gepassioneerde aanhang.
De Nederlandse voetbalcultuur staat bekend om zijn aanvallende speelstijl, technische vaardigheden en totaalvoetbal. Totale voetbal is een tactiek waarbij spelers flexibel zijn en van positie wisselen om ruimtes te benutten en de tegenstander te overweldigen. Het is een benadering die creativiteit en teamwork bevordert.
Veel Nederlandse spelers hebben indruk gemaakt op het internationale toneel. Johan Cruyff, een legendarische voetballer en coach, wordt beschouwd als een van de grootste spelers aller tijden. Andere opmerkelijke Nederlandse spelers zijn Marco van Basten, Ruud Gullit, Dennis Bergkamp en Arjen Robben. Deze spelers hebben niet alleen successen behaald in hun clubteams, maar hebben ook het Nederlands elftal vertegenwoordigd op grote internationale toernooien zoals het Wereldkampioenschap en het Europees kampioenschap.
Voetbal is niet alleen een sport, maar ook een belangrijk onderdeel van de Nederlandse cultuur. Op wedstrijddagen kleuren de straten oranje, de kleur van het Nederlandse nationale team, en zijn cafés en huizen versierd met vlaggen en sjaals. Supporters juichen luidkeels voor hun favoriete team en creëren een sfeer van opwinding en saamhorigheid.
Naast het professionele voetbal zijn er talloze amateurvoetbalclubs in Nederland. Deze clubs bieden mensen van alle leeftijden de mogelijkheid om deel te nemen aan de sport die ze zo graag zien. Voetbal verenigt mensen en versterkt sociale banden, zowel op het veld als daarbuiten.
Kortom, voetbal heeft een speciale plaats in de harten van mensen in Nederland. Het is meer dan alleen een spel; het is een passie die generaties verbindt. Of het nu gaat om het bewonderen van technische hoogstandjes van professionele spelers of het spelen met vrienden in de buurt, voetbal blijft een geliefde sport die de kracht heeft om vreugde en samenhorigheid te brengen.
De belangrijkste Nederlandse voetbal termen
Voetbal term | Uitleg |
---|---|
AANBIEDEN | Je hebt de bal en wilt deze afspelen aan een medespeler. Maar aan wie ? O daar , daar komen twee medespelers in jouw richting gelopen. Ze bieden zich aan. Op die manier maken ze duidelijk dat je de bal naar hen toe kunt spelen zonder dat er gevaar is dat de tegenstander de bal te pakken krijgt. |
AANGESCHOTEN HANDS | Term: Onopzettelijke handsbal doordat de bal tegen een hand of arm van een speler wordt geschoten. Niet strafbaar. |
AANGESNEDEN VRIJE TRAP | Vrije trap die op maat naar een medespeler wordt geschoten. |
AANGEVEN | Voorzet geven, de bal naar een medespeler toespelen. |
AANGEVER | Veldspeler die de aanval inzet, een pass geeft en aldus een medespeler de gelegenheid biedt om te scoren. Een echte voetbal term. |
AANJAGER | Ook: `dynamo’, `diesel’ of `motor’ van het elftal. Onvermoeibare `libero’, die tussen de voor- en de achterhoede pendelt. |
AANKLEVEN | Straffe mandekking; een bepaalde speler van de tegenpartij geen moment vrij laten staan of lopen. |
BALCONTROLE | De baas zijn over de bal, omdat je de juiste techniek bezit. |
BALTEMPO | De snelheid waarmee er overgespeeld en door spelers bewogen wordt. |
BASISSPELER | Een speler die vanaf de eerste minuut mag starten en dus in de basisopstelling staat. |
BLESSURETIJD | De extra tijd die een scheidsrechter na 90 minuten rekent om de tijd die verloren is gegaan door blessuregevallen en wissels goed te maken. |
BRANCO-TRAP | Een Branco-trap is een trap tegen de bal, meestal bij een vrije trap, waarbij de speler de bal na een korte uithaal met het omhooglopende gedeelte van de voet kort maar krachtig het ventielgedeelte van de bal raakt. Als het goed is maakt de bal onderweg een plotselinge boog waardoor de verdedigers en de doelman verrast worden. De trap is vernoemd naar de Braziliaanse voetballer Branco die er zijn handelsmerk van maakte. |
BUITENSPEL | Je kunt alleen buitenspel staan op de aanvalshelft. Wanneer? Als je bal krijgt aangespeeld op het moment dat er tussen jou en de laatste verdediger (meestal de keeper) geen andere verdediger meer staat. Sta je op moment van spelen op één lijn met de voorlaatste verdediger, dan is het geen buitenspel. Je staat buitenspel als je op de helft van de tegenspeler bent en de bal van een medespeler krijgt op het moment dat er tussen jou en de doelverdediger van de tegenpartij geen andere tegenspeler meer staat. Sta je op het moment dat de bal gespeeld wordt, precies op de lijn, dus precies gelijk met de laatste verdediger, dan sta je niet buitenspel. |
CIRKELPRESSIE | In een halve cirkel rond het doel overspelen en loeren op een goed afstandsschot. |
CORNER | De Engelse term voor hoekschop. Veel woorden uit de Engelse taal worden gebruikt in het voetbal. Denk bijvoorbeeld ook aan penalty, goal, keeper, captain en hands. |
COUNTER | Razendsnelle tegenaanval van de ploeg die aan het verdedigen was. Door snel om te schakelen van verdediging naar aanval is deze aanval meteen gevaarlijk, omdat er veel ruimte ligt. Deze plotselinge aanval of uitval van een verder vooral verdedigende ploeg. Een paar spelers snellen naar voren in een poging een doelpunt te maken. |
CROSSPASS | Lange, diagonale (schuine) bal waarmee het spel snel over de breedte van het veld wordt verplaatst. |
DEFENSIE | De linie van de verdedigers. Ook wel achterhoede genoemd. |
DEGRADEREN | Dit gebeurt als het voetbalteam een klasse lager gaat spelen, het tegenovergestelde van promoveren. |
DEKKEN | Je directe tegenstander fel verdedigen. |
DERBY | Een wedstrijd tussen twee rivalen uit dezelfde stad (stadsderby) of regio (streekderby). |
DOORDEKKEN | Als de tegenstander de bal heeft en een temagenoot besluit om druk op de bal te zetten dat zijn medespelers dan bij de tegenstanders gaan staan zodat de tegnstander de bal niet kan afspelen. Bijvoorbeeld, de keeper van de tegenstander heeft de bal aan de voet, de spits besluit de keeper aan te vallen. Nu staat de verdediger van de tegenstander vrij. Het is dan de bedoeling dat de centrale middenvelder (jouw teamgenoot) bij de centrale verdediger (van de tegenstander) gaat staan zodat de keeper van de tegenstander gedwongen wordt de bal ver weg te schieten in plaats van rustig naar de centrale verdediger te spelen. |
DRIBBELEN | Met de bal aan de voet over het veld rennen. |
EEN-TWEETJE | Een combinatie met een medespeler. Je speelt de bal naar hem, loop door en krijgt hem vervolgens weer terug. |
FIFA | Belangrijkste internationale voetbalorganisatie, opgericht in 1904. Fifa staat voor Federation Internationale de Football Association. De Fifa bepaalt ondermeer de spelregels van het voetbal. |
GOAL | Engelse woord voor doelpunt. |
HAKBAL | De bal met de achterkant van je voet (hak) raken. |
HANDS | De bal met de hand raken. Hands is een Engelse term. |
HATTRICK | In een wedstrijd drie doelpunten maken. De perfecte hattrick is in de helft drie doelpunten achter elkaar maken, dus zonder dat iemand anders tussendoor scoort. |
I MARCHINEREN | In je hoofd als speler de wedstrijd spelen als voorbereiding aan een wedstrijd. ( uitspraak Louis van Gaal ). |
INWORP | Ook wel ingooi genoemd. Zodra de bal over de zijlijn is gespeeld, mag je hem met je handen weer in het veld brengen. Dat gebeurt met de bal boven het hoofd. |
KAATSEN | Dit wordt meestal gedaan door een spits. Die krijgt de bal over de grond aangespeeld, vaak met een verdediger in zijn rug, en laat de bal zo van zijn schoen stuiten (kaatsen) dat die in één keer bij een teamgenoot terecht komt. De bal wordt dus niet eerst gestopt. |
KANS | Een goede mogelijkheid om te kunnen scoren. |
KEEPER | Het Engelse woord voor doelman. Deze wordt ook wel sluitpost genoemd. |
KNIJPEN | Een speciale vorm van rugdekking geven. Bijvoorbeeld: als de bal aan de linkerkant is moet de rechterverdediger vanaf de zijkant naar binnen komen (knijpen). Hiermee maak je de speelruimte voor de tegenstander zo klein mogelijk. |
KOPPEN | De bal met het hoofd raken. |
KRUISING | Het punt van het doel waar de paal en de lat samenkomen. |
LOBJE | De bal met een boog over iemand heen schieten. |
MENTALITEIT | De manier waarop je met voetbal bezig bent. Een mentaal goede speler gaat altijd voorop in de strijd en werkt hard. |
MUUR | Spelers die bij een vrije trap van de aanvallende partij op een rijtje gaan staan en zo een Muur vormen. Daarmee proberen zij te voorkomen dat de bal in 1 keer op doel wordt geschoten. |
OPBOUW | Vanuit de verdediging een aanval via allerlei spelers opzetten. |
OVERTREDING | Je tegenstander afstoppen op een wijze die volgens de regels niet mag. Zoals onderuit schoppen, vasthouden, duwen enzovoort. |
PASS | De bal naar een teamgenoot overspelen. |
PENALTY | Engelse term voor strafschop. |
POORTEN / PANNA | Iemand door de benen spelen. In straatvoetbal wordt dit panna genoemd. |
POSITIE | De plaats waar je in het veld staat. |
PRESSIE | Druk zetten op de bal of op de tegenstander. Door op te jagen hoop je snel de bal te veroveren. |
PROMOVEREN | In een hogere klasse gaan spelen. |
PUBLIEKSWISSEL | Wanneer een speler tijdens de wedstrijd heel erg uitblinkt en zijn ploeg gaat bijna zeker winnen, wordt hij soms kort voor het einde van de wedstrijd gewisseld. Het publiek geeft de speler bij het verlaten van het veld een groot applaus. De publiekswissel wordt daarom ook wel een applauswissel genoemd. |
PUNTERTJE | De bal met de punt van je schoen raken. Normaal gesproken schiet je met je wreef, maar soms is de bal iets te ver weg en kun je hem alleen via een puntertje raken. |
RONDOOTJE | Een positiespelletje waarbij je de bal maar 1 keer mag raken. Het merendeel van de spelers staat in een grote kring. Een of twee spelers bevinden zich daarin en proberen de bal af te pakken. |
RUST | De pauze tussen twee helften. |
SCHIJNBEWEGING | Net doen alsof je een bepaalde beweging gaat doen. Het doel is dat je tegenstander daar intrapt, zodat je juist de andere kant op kunt dribbelen. |
SCHWALBE | Net doen alsof er een overtreding op je is gemaakt, zodat je een vrije trap of penalty versiert. Duitse term. Deze actie wordt als zeer onsportief gezien en door scheidsrechters bestraft met een gele kaart. |
SLIDING | De bal afpakken door over het gras te glijden. |
SPITS | De aanvaller die het dichtst bij het doel staat opgesteld en vaak de meeste goals maakt. |
STIFTBALLETJE | De bal aan de onderkant raken zodat hij met een boog over de keeper in het doel verdwijnt. |
STRAFSCHOP | Een speler mag vanaf 11 meter een directe vrije bal nemen, zonder dat er een verdediger tussen staat. De strafschop wordt toegekend als de verdedigende partij binnen het zestienmetergebied een overtreding maakt. |
TACKLE | Harde verdedigende actie op de bal. Hiermee wordt de aanvaller correct geblokt. Is de verdediger te laat, dan raakt hij vaak de benen van de aanvaller; een overtreding dus. |
TACTIEK | Speelwijze/strijdplan om te zorgen dat je gaat winnen. |
TECHNIEK | Allerlei vaardigheden die nodig zijn om te kunnen voetballen. Hoe schiet je de bal, hoe stop je hem, hoe moet je passen of koppen. |
VERLENGING | Extra tijd als de stand na 90 minuten gelijk is en er moet een winnaar uit de wedstrijd komen. |
VOETBALGOGME | Wat is een voetbalgogme? Een voetbalgogme is een slimmigheid in het voetbal, dat kan bij een speler, een trainer, maar ook wat bijvoorbeeld door een voetbalclub is geregeld op het veld of buiten het veld. Het moet wel te maken hebben met voetbal. |
VOLLEY | De bal in 1 keer uit de lucht schieten. Hij raakt dus eerst niet de grond. |
VOORHOEDE | De voorste linie, de aanvallers dus. |
VOORSTOPPER | De verdediger die tegenover de spits van de tegenpartij staat. Vaak is de voorstopper lang en een goede kopper, hetgeen voordeel oplevert bij hoge voorzetten en hoekschoppen. Hierdoor kan hij of zij de spits het scoren bemoeilijken. Het is voor een voorstopper cruciaal tijdens de gehele wedstrijd geconcentreerd te blijven om de voor zijn of haar team gevaarlijkste speler – de spits van de tegenpartij – elke kans op scoren te beletten. |
VOORZET | Een trap waarmee je de bal voor het doel brengt, zodat een teamgenoot kan scoren. |
WARMING-UP | Voor de wedstrijd rustig hardlopen en de spieren rekken. Dit doen spelers om blessures te voorkomen. |
WISSELSPELER | Reservespeler die niet in het basisopstelling begint, maar eerst op de bank plaatsneemt. |
Voetbal is een populaire sport over de hele wereld. Het wordt gespeeld met twee teams van elk elf spelers, die proberen een bal in het doel van de tegenstander te schieten. Het doel is om meer doelpunten te scoren dan de tegenstander om de wedstrijd te winnen.
De geschiedenis van voetbal gaat terug tot de oudheid, maar het moderne voetbal zoals we dat nu kennen, is ontstaan in Engeland in de 19e eeuw. Sindsdien heeft het zich over de hele wereld verspreid en heeft het miljoenen fans en beoefenaars aangetrokken.
Voetbal is niet alleen een sport, maar ook een bron van trots en passie voor veel landen en gemeenschappen. Het WK voetbal is een van de grootste sportevenementen ter wereld, waarbij landen strijden om de felbegeerde titel.
Naast de professionele competitie zijn er ook vele amateur- en jeugdvoetbalteams die de sport op lokaal niveau beoefenen. Voetbal heeft een positieve invloed op de gezondheid en het welzijn van mensen, omdat het lichaamsbeweging bevordert en teamwork en discipline aanmoedigt.
Kortom, voetbal is veel meer dan een spel; het is een universele taal die mensen van alle achtergronden en culturen met elkaar verbindt. Het brengt vreugde, spanning en emotie, en het zal zeker nog vele generaties blijven boeien.
Hoeveel wissels in het betaals voetbal / eredivisie?
Tijdens de wedstrijd mag elk team maximaal vijf spelers wisselen; Voor die vijf wissels mogen tijdens de wedstrijd maximaal drie wisselmomenten (excl. de rust) worden gebruikt. Dit is om te voorkomen dat het spel te vaak stilligt; Naast die drie wisselmomenten mag ook tijdens de rust worden gewisseld.
Hoeveel wissels in de JO15 , JO16, JO17?
In de leeftijdscategorieën JO15, JO16 en JO17 geldt een maximum van 7 wisselmogelijkheden. Dit betekent dat elk team tijdens de wedstrijd maximaal 7x mag wisselen.
Het voetbalwoordenboek: van A-Z wat je moet weten.
De voetbalwereld heeft door de jaren heen een eigen taal ontwikkeld. Met deze lijst aan voetbaltermen kom je altijd goed voor de dag bij je vrienden.
In de oefeningen, trainingen en programma’s worden veel voetbaltermen gebruikt. Deze woorden worden uitgelegd in het voetbalwoordenboek. De meest gebruikte voetbal termen en jargon om je bekender te maken met de termen die veelal in de voetbal worden gebruikt. Deze categorie bevat het huidige woordenbestand (gerelateerd) aan voetbal in het Nederlands.
Hier vind je een uitgebreide lijst met voetbaltermen die essentieel zijn voor elke fan, speler, en liefhebber van het spel. Alle voetbaltermen die je moet kennen.